De druivenopbrengst dit jaar is onverwacht – blijkbaar houden druiven toch van nattigheid – groot. Twee enorme Wedgwood-schalen, gedecoreerd met druiventrosjes en -bladeren, pronken goed voorzien op tafel.
Maar er is meer: in de keuken staan, door een overschot aan vruchten, potten druivengelei. Heerlijk zoet, de druiven hoeven niet altijd zuur te zijn.
Benodigdheden
Zorg voor schone glazen potten met goed passend schroefdeksel. Spoel ze voor gebruik om met kokendheet water en soda, herhaal met alleen heet water en laat goed uitlekken.
Spoel ook de druiven goed af en pers er sap van (ik gebruikte de staafmixer).
Druiven zijn pectine-arm, meng het druivensap daarom met het sap van een halve citroen.
Op een halve liter sap gebruikte ik 750 gram geleisuiker (verkrijgbaar in de supermarkt).
Bereiding
Breng druivensap en suiker in een ruime pan aan de kook en laat dan vier minuten goed doorkoken. De kooktijd begint als de inhoud van de pan blijft doorborrelen, ook wanneer er met een (houten) lepel in geroerd wordt.
Schep na die vier minuten de gelei over in de schone glazen potten; een eventuele schuimlaag kan gemakkelijk uit de pan worden geschept. Gebruik ovenhandschoenen, het glas wordt immers heet.
Schep de potten tot de rand vol en schroef de deksels erop.
Zet de potten vijf minuten op hun kop; draai ze daarna om.
Laat afkoelen; de gelei dikt vanzelf verder in.
Koel en donker bewaard blijft de ongeopende gelei ongeveer een jaar goed.
NB Kent u de naam van dit Wedgwood-servies, dan zou ik die graag van u vernemen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten