22 maart 2010

Meeslepend


Tijdens de sneeuwperiode werd de stilte in de verlaten, doodlopende straat waar ik post bezorgde ineens verbroken door reggaeklanken. Een slee van een wagen glibberde de spekgladde straat in en kwam naast me tot stilstand.

Als het portier openzwaait, stapt een rasta swingend uit. Zijn ‘traditionele’ muts is ingeruild voor een Noors exemplaar met dito vest. Samen schuiven we op het ritme van de muziek op onze moonboots over het tuinpad naar de brievenbus van een woonhuis. Hij soepel, ik wat verkrampt, bang om uit te glijden.

‘Glad is het, en koud’, merkte de man op.
‘Ja, maar door die muziek waan ik me toch even in tropische sferen, geweldig’, antwoordde ik; mijn opmerking deed hem zichtbaar genoegen.

We leverden onze post af; hij stapte weer in de auto en ik ploeterde verder door de sneeuw. Aan het einde van de straat keerde hij en passeerden we elkaar nogmaals; hij zwaaide uitbundig naar me. Langzaam stierf de muziek weg en was ik opnieuw alleen met de stilte. Toch bleef er iets van die vrolijke stemming hangen en ik nam me voor om een soort reggaemuts te haken.

Inmiddels is het lente; mijn muts en bijbehorende sjaal zijn af. En al heb ik ze nu minder hard nodig, ik word blij als ik ze zie!

Geen opmerkingen: