Voorzichtig pak ik het beestje op, om het in een handdoek gewikkeld mee naar binnen te nemen. Een kratje met hittepit doet dienst als vogelcouveuse en biedt het verzwakte dier wat steun en warmte. De behandeling slaat aan, waardoor er iets van leven in het diertje terugkeert.
Even geef ik toe aan een dagdroom. Heb ik een postduif gevonden, die een riant prijzengeld in de wacht gaat slepen? Het levert wellicht meer op dan zelf post rondbrengen. Maar ja, hoe pak je zoiets aan?
Een medewerker van de inmiddels gearriveerde dierenambulance helpt me uit de droom. ‘Een torteltje’, ondervoed en onderkoeld. Die laten we in het vogelasiel bijkomen.’
Dan kom ik ook weer bij mijn positieven. Dan maar geen postduif, een tortelduifje is voor iemand van vijftig+ toch ook mooi!
Dan kom ik ook weer bij mijn positieven. Dan maar geen postduif, een tortelduifje is voor iemand van vijftig+ toch ook mooi!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten