29 maart 2011

Klein geluk: boeken!


Wat is er prettiger dan helemaal opgaan in een goed boek?
Binnen de huid van Voskuil is de ontbrekende schakel tussen Bij nader inzien en de cyclus Het Bureau. Het boek, dat verhaalt over de complexe onderlinge relaties tussen twee bevriende stellen, inspireerde tot het maken van deze collage.

Op rolletjes?


Hoe verrassend het ook lijkt, zelfs postbezorgers hebben hun rode loper-moment. Dat van mij diende zich aan toen men op een van de postadresjes iets te vieren had. Een ingehuurd cateringbedrijf bracht niet alleen de rode loper in, maar ook een stoet aan personeel: in onberispelijk zwart en wit geklede obers en serveersters, die in optocht zilveren schalen vol lekkers naar binnen droegen.
Ik sloot als laatste aan in de rij. Niet met een feestelijke felicitatie, fraai gepresenteerd op een zilveren blad, maar met een wat armoedig – weliswaar geadresseerd – reclamedrukwerkje in de hand, dat vervolgens op de deurmat belandde.

Een paar bezorgdagen later regent het in een naburige woning rollen tapijt: vanwege een verbouwing worden ze vanaf één hoog het raam uitgegooid. Op een haar na treffen ze mij, wanneer ik nietsvermoedend post in de brievenbus werp, waarmee mijn kortstondige moment of fame definitief onder het tapijt geveegd wordt.

25 maart 2011

Noodstop


Gelukkig beschik ik over een sterke blaas. Ook beperk ik bewust mijn vochtinname voor ik de deur uitga, maar toch: wat te doen bij hoge nood? Mijn postwijk voert wel veelbetekenend het achtervoegsel ‘plassen’ in de naamsaanduiding, een gelegenheid daartoe doet zich tijdens het bezorgen niet voor.

Een openbaar toilet annex badhokje aan het strand is weliswaar vrij toegankelijk, maar nodigt niet uit tot een sanitaire stop. Al oogt het gebouwtje aan de buitenkant fris, binnen gebeuren er minder frisse dingen. Onlangs was een rioolonstoppingsbedrijf er al ’s morgens vroeg druk in de weer.
Bedankt voor uw bezoek en tot ziens! kopt een paneel naast het hokje. De tekst moet bedoeld zijn voor het strand-, niet voor het toiletoponthoud.

De verdere route voert enkel nog langs woonhuizen. Omdat er altijd druk verbouwd wordt, staat er meestal wel ergens een oude closetpot in de tuin. Maar om die nou als sanitaire voorziening te gebruiken…
Nee, dan vestig ik mijn hoop liever op andere alternatieven, als die tenminste dan al geopend zijn. Het viaduct afzakken en bij de kringloopwinkel mijn bijdrage aan het kringloopproces leveren, of een noodstop op de kinderboerderij mèt composthoop!

22 maart 2011

Grr...oet!


Volgens een nieuwe theorie heeft de holenmens het schrift uitgevonden, kopt een wetenschappelijk magazine in mijn postvracht. Meer kom ik niet aan de weet, maar het is genoeg om de fantasie te prikkelen. Met zijn uitvinding heeft die oermens dan toch maar een bijdrage geleverd aan mijn job. Zonder schrift ook geen post, bedenk ik me.

Dan ben ik bij het bezorgadres; even opletten nu. Achter het tuinhek ligt vaak een logge Sint Bernhard relaxed te doezelen. Die rust is echter maar schijn; zodra het hek opengaat onderneemt het beest actie, en ik noodgedwongen ook. Vlug grijp ik de spijlen van het hek om tijdens een spontane begroeting mijn evenwicht niet te verliezen, dan snel ik richting vrijstaande brievenbus. Daar klamp ik me weer stevig aan vast, want het enthousiasme van Benno – zoals ik het beest heb gedoopt – kent geen grenzen.

Meestal lokken de bewoners, gealarmeerd door het geblaf, Benno met wat lekkers naar binnen, zodat ik veilig de aftocht kan aanvaarden. Soms wordt het scenario omgedraaid, dan blaast Benno de aftocht en moet ik de bewoners alarmeren dat ze achter hem aan moeten.

Nog vol van mijn nieuwe inzichten open ik het hek. Benno is nergens te bekennen. Of heb ik toch iets over het hoofd gezien? Word ik begroet door een oermens, of is Benno nu ook verleden tijd? Want achter de nostalgische brievenbus, richting voordeur, ligt iets harigs: een bruine vacht, nonchalant over wat spullen gedrapeerd.Wie of wat eronder schuil gaat, blijft een raadsel.

18 maart 2011

Onbezorgd leven


De koppen van tijdschriften zijn – in tegenstelling tot hun formaat, verpakking en gewicht – geregeld een bron van vermaak tijdens de bezorgronde. Zo bleek deze week in het teken van het vrije, blije leven te staan.

Lekker in het leven, een reclameblad dat vanwege de bijgevoegde maandverbanden, inlegkruisjes en luiers beter Lekken in het leven zou kunnen heten en een magazine met als ondertitel Onbezorgd leven beten eerder in de week het spits af. Vandaag gevolgd door een echte glossy: Miljonair, dat om de abonnementstarieven voor de doelgroep toch vooral laag te houden, door bezorgers zoals ik bezorgd wordt.

Want laten we wel wezen, onbezorgd leven als miljonair zit er voor een postbezorger niet direct in. Goed, het werk op zich is leuk. En ook een miljonair heeft tenslotte gezonde beweging in de buitenlucht nodig…

Maar hoe zet je het lot naar je hand? De andere poststukken in de tas bieden misschien uitkomst. Kruis of munt: m'n geluk beproeven bij het geloof, of toch maar bij de loterij?

Bijna ongemerkt is de postklus geklaard. Nu begint voor mij het onbezorgde leven; tijd om de bloemetjes buiten te zetten. Bakken vullen, niet met geld, maar met voorjaarsbloeiers en kruiden. Bieslook, peterselie, basilicum en – weliswaar geen klinkende, maar toch – munt!

15 maart 2011

Verlicht


China kampt met een dringend tekort aan Bijbels, lees ik op één van de te bezorgen bladen. Qua postbezorging kan ik ook wel enige 'verlichting' gebruiken. De fietstassen zitten bomvol zware jongens: tijdschriftpakketten en catalogi. Lijvige boekwerken van Bijbelse omvang, onmisbare gidsen in het leven van de moderne mens.

Aan de vooravond van de Boekenweek – met als thema levensverhalen – denk ik terug aan een boek dat ik onlangs heb gelezen. Fabrieksmeisjes van auteur Leslie T. Chang volgt twee jonge vrouwen in het hedendaagse China, die de overstap van het platteland naar de enorme fabriekscomplexen in een mega-industriestad maken. Ondanks de erbarmelijke werkomstandigheden en de lage lonen zien zij zichzelf niet als slachtoffer van misdadige praktijken en uitbuiting, maar grijpen zij alle kansen aan om in het leven vooruit te komen. Of ze ook behoefte aan een Bijbel hadden, werd niet vermeld.

Tja, daarbij vergeleken is het hier heilig. De zon schijnt stralend, de tassen zijn leeg; verlicht keer ik huiswaarts.

13 maart 2011

Rolmodel


Afgelopen zomer vroeg een buurvrouw mij het een en ander over het postbezorgersbestaan; als herintreder overwoog ze om ook op die manier aan de slag te gaan. Ik meldde haar de positieve en negatieve aspecten, waarbij de eerste blijkbaar de doorslag gaven: ze draait inmiddels al een poosje mee.

Een goed moment om even bij te praten en wat ervaringen uit te wisselen. Ze had lang geaarzeld, vertrouwde de buurvrouw me toe, voor ze als hoger opgeleide de stoute schoenen aan durfde te trekken om post rond te brengen. Dat ik het deed, gaf de doorslag, dan kon zij het ook. ‘Ik ben een rolmodel!’, dacht ik gevleid.

Een twijfelachtige eer, bij nader inzien. Wat voor signaal geef je af wanneer je iemand weet te overtuigen om postbezorger te worden? Geen uitgekiende loopbaanstrategie, maar – geheel tegen alle vormen van emancipatie in – een weinig ambitieus deeltijdbaantje zonder ook maar enige inkomenszekerheid. Iets waar in de media, in het verlengde van Internationale Vrouwendag op 8 maart, juist nu volop aandacht aan wordt besteed.

Gelukkig is er een klein lichtpuntje. Want al wordt er regelmatig op beloningsverschillen voor beide seksen gewezen – in het nadeel van de dames –, bij de postbedrijven staan de bezorgers m/v in elk geval voor eenzelfde vergoeding op de rol!

4 maart 2011

Loopneus


Mijn loopbaan gaat vandaag gepaard met een loopneus, het gevolg van een zware verkoudheid. Ruim 50 kilo papier verstouw ik deze keer; het lijkt wel of datzelfde gewicht aan papieren zakdoeken erdoorheen gaat.
Door al dat snuiten en de venijnige kou heb ik nu een rode feestneus, helemaal in de carnavalssfeer.

Zelf ben ik niet in een feeststemming en sluit (klinkt als 'snuit') dan ook snel af. Volgend keer beter!